-
1 per man
предл.общ. на одного человека, на человека -
2 het kost een tientje per man
het kost een tientje per man -
3 man
♦voorbeelden:er zijn anderhalve man en een paardenkop • il n'y a que quatre pelés et un tondudie arme man • ce pauvre bonhommeeen geleerd man • un savantde gewone man • l'homme de la ruede juiste man op de juiste plaats • l'homme de la circonstanceeen oude man • un vieillardhij is daar de rechte man niet voor • ce n'est pas l'homme qu'il fauthij is er de man niet naar om • il n'est pas l'homme àman overboord! • un homme à la mer!zij waren vijf man sterk • ils étaient cinqiets aan de man brengen • trouver acheteurrecht op de man af spreken • parler cruop de man af • sans détouriemand iets recht op de man af zeggen • ne pas l'envoyer dire à qn.het kost een tientje per man • ça coûte dix florins par personneeen man van zijn woord • un homme de paroleeen man van niks • un rien du touteen gevecht van man tot man • un corps à corpsman voor man • un à unals één man • comme un seul hommeals een man • en homme〈 spreekwoord〉 een man een man, een woord een woord • chose promise, chose duemet hoeveel man zijn we? • combien sommes-nous?mans genoeg zijn om • être de taille à -
4 per
1) указывает на средство передвижения на, по, посредствомper trein — на поезде, поездом
2) о времени за, вper dag — за день, в день
3) на* * *1. предл.общ. по состоянию на (Per 31 maart 2010 - По состоянию на 31 марта 2010 г.), во временном значении за, в, на, по, посредством, через2. гл. -
5 man
мужчина; человек; муж, супруг; единодушно* * *m -nen1) человек мeen man van záken — деловой человек
2) мужчина м3) муж мman en vrouw — муж и жена (ж)
* * *1. сущ.общ. муж, мужчина, человек2. гл.погов. een man een man, een woord een woord уговор дороже денег -
6 de mens zweet per dag ongeveer 600 g vocht uit
de mens zweet per dag ongeveer 600 g vocht uitman secretes/loses about 600 grams of sweat a dayVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de mens zweet per dag ongeveer 600 g vocht uit
-
7 на одного человека
prepos.gener. per man -
8 на человека
prepos.gener. per man -
9 stuk
stuk1〈 het〉1 [deel] piece ⇒ part, fragment, 〈 land〉 lot, length 〈 stof, plank, koord〉 〈ook → link=stukje stukje〉2 [(grote) hoeveelheid] lot7 [document] document, paper10 [muziekstuk] piece (of music)13 [gestalte] stature, build♦voorbeelden:1 stukken en brokken • bits and pieces, odds and endsiets in stukken snijden • cut something up (into pieces)een stuk met iemand meelopen • accompany someone part of the way〈 figuurlijk〉 werken dat de stukken er af vliegen • work with a vengeance/at full tiltiets aan stukken slaan/gooien • knock/smash something to piecesiets in stukken scheuren • tear something to pieceshet perceel werd in drie stukken verdeeld • the parcel was divided into three lotseen stuk uit een boek voorlezen • read a passage/section from a book〈 figuurlijk〉 een man uit één stuk • a man of character/of honour, salt of the earthuit één stuk vervaardigd • made in/of one pieceeen goed stuk werk • a fine piece of workeen stuk beter • much/a lot betterstukken beter • quite a lot/far bettermijn klas is een heel stuk voor • my class is well aheadzij is een stuk afgeslankt • she has lost quite a bit of weightdat zou ons een stuk verder brengen • that would help us a lotiets/iemand met stukken slaan • defeat someone/something by a large marginop geen stukken na • not by a long way/shot/ 〈 Brits-Engels ook〉chalk, not nearly3 een stuk gereedschap • a piece of equipment, a tooleen stuk speelgoed • a toyeen groot stuk zeep • a large cake/tablet of soapsigaren van twee gulden per stuk • cigars of two guilders each/apiece/a pieceper stuk verkopen • sell by the piece/singlystuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • the parts were replaced one by onehet zijn stuk voor stuk deugnieten • they're rascals, every one of themtwintig stuks vee • twenty head of cattlevier stuks bagage • four pieces of luggageeen stuk of tien appels • about ten/ten or so apples4 aangetekend stuk • registered mail/letter/item5 een lekker stuk • a nice bit of skirt/stuff/crumpetiets met de stukken kunnen bewijzen • have documents to prove something11 een stuk in een broek zetten • patch a pair of trousers/ Apantshij had stukken op zijn ellebogen • he had elbow patches〈 informeel〉 een raar stuk vreten • a rum customer, a right one13 klein van stuk • small, of small stature, shortstukken aan toonder • bearer securities¶ op zijn stuk blijven staan • hold one's ground, stick to one's gunsvan zijn stuk raken • lose one's head, be put off one's balanceiemand van zijn stuk brengen • unsettle/unnerve/disconcert someoneeen stuk in de kraag hebben • be tight/plasteredop het stuk van … • as far as … is concerned————————stuk21 [aan stukken] apart, to pieces3 [onder de indruk, ingenomen met] impressed (by)♦voorbeelden:het kopje viel stuk • the cup fell to pieces/fell and brokeiets stuk maken • break/ruin something -
10 stuk
stuk1〈 het〉5 [aantrekkelijke vrouw, man] (beau) morceau♦voorbeelden:een stuk met iemand meelopen • faire un bout de chemin avec qn.de stukken opvegen • balayer les morceauxwerken dat de stukken er af vliegen • travailler d'arrache-piediets aan stukken slaan, gooien • mettre qc. en morceauxin, aan, bij stukken en brokken • fait de pièces et de morceauxiets in stukken scheuren • déchirer qc. en morceauxiets in drie stukken verdelen • diviser qc. en trois morceauxin stukken vliegen • voler en éclatseen stuk uit een boek voorlezen • lire un passage d'un livreeen stuk van haar leven • une partie de sa vieeen pond biefstuk aan één stuk • une livre de bifteck en un seul morceauaan één stuk doorpraten • parler sans interruptionuit één stuk vervaardigd • d'un seul morceaueen stuk beter • beaucoup mieuxmijn klas is een heel stuk voor • ma classe a pris une bonne avancezij is een stuk afgeslankt • elle a pas mal maigridat zou ons een stuk verder brengen • ça nous avancerait pas maliemand met stukken slaan • surpasser qn. de loinop geen stukken na • en aucune manièreeen stuk speelgoed • un jouetop stuk werken • travailler à la piècetwee gulden per stuk • deux florins pièceper stuk verkopen • vendre à la piècestuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • les pièces ont été remplacées l'une après l'autrehet zijn stuk voor stuk deugnieten • ce sont des vauriens, tous tant qu'ils sonteen tientje het stuk • dix florins piècetwintig stuks koeien • vingt vacheseen stuk of tien appels • une dizaine de pommesgeef me maar een stuk of wat schroeven • donne-moi quelques viseen ongefrankeerd stuk • un envoi postal non affranchieen stukje over dit onderwerp • un petit article sur ce sujet7 de ingekomen stukken • le courrier ‘arrivée’iets met de stukken kunnen bewijzen • pouvoir prouver qc. pièces à l'appuize spelen een nieuw stuk • ils jouent une nouvelle pièceeen broek met stukken • un pantalon rapiécéhij had stukken op zijn ellebogen • ses manches étaient rapiécées aux coudeseen stuk verdriet • un vrai poisoneen misselijk stuk vreten • un type écoeuranteen lui stuk vreten • un tire-au-flancop zijn stuk staan • rester ferme dans son opinionop zijn stuk blijven staan • persévérer (dans son opinion)iemand van zijn stuk brengen • déconcerter qn.een stuk in zijn kraag hebben • avoir un verre dans le nez————————stuk21 [aan stukken; defect] cassé2 [onder de indruk, ingenomen met] bouleversé♦voorbeelden:de klok is stuk • la pendule ne marche plusde automaat is stuk • l'appareil distributeur est en panneeen boek stuk lezen • abîmer un livre (à force de le lire)iets stuk slaan • démolir qc.het kopje viel stuk • la tasse s'est cassée (en tombant)helemaal stuk van iets zijn • être tout bouleversé par qc. -
11 bal
I 〈de〉1 [sport] ball2 [tot een ronde bol gevormde massa] ball3 [gulden] ±quid♦voorbeelden:een balletje trappen • kick a ball (about)op de bal spelen, niet op de man • play the ball, not the man〈 spreekwoord〉 wie kaatst, moet de bal verwachten • if you make a jest, you must take a jesteen balletje slaan • hit a ball4 het is zo koud dat je ballen eraf vriezen • it's cold enough to freeze the balls off a brass monkey6 een rechtse bal • a conservative/right-wing snobhet zijn (echte) ballen • they think they're really somethingde ballen van iets begrijpen • not understand a damn thing about somethinggeen bal uitvoeren • not do a (bloody) stroke (of work)geen bal van iets snappen/weten • not understand/know a damn thing about somethinghet kan me geen bal schelen • I couldn't care less〈 informeel〉 de ballen! • cheers!II 〈 het〉♦voorbeelden: -
12 ontvallen
1 [buiten iemands bereik komen; per ongeluk geuit worden] échapper (à)2 [afvallig worden] abandonner♦voorbeelden:de man liet zich een vloek ontvallen • l'homme laissa échapper un jurondit woord is me ontvallen • ce mot m'est échappé -
13 adres
2 [opschrift op enveloppe] address4 [computer] address♦voorbeelden:1 weet je een goed adres voor fotoartikelen? • do you know a good place for photographic materials?〈 figuurlijk〉 je bent bij hem/mij aan het verkeerde adres • you've got the wrong man/person; 〈met ‘mij’ ook〉 you've come to the wrong place -
14 uitzweten
См. также в других словарях:
per|man|gan|ic acid — «PUR man GAN ihk», an acid that is unstable except in dilute solutions. Its aqueous solution is used as an oxidizing agent. Formula: HMnO4 … Useful english dictionary
per|man|ga|nate — «puhr MANG guh nayt», noun. a salt of an acid containing manganese. A solution of potassium permanganate is used as an antiseptic … Useful english dictionary
su|per|man — «SOO puhr MAN», noun, plural men. 1. a man having more than human powers: »The folk tale superman really is a superman, a creature of the elements (New York Times). 2. a man imagined by Friedrich Nietzsche, the German philosopher, as the ideal… … Useful english dictionary
news|pa|per|man — «NOOZ PAY puhr MAN, NYOOZ », noun, plural men. a reporter, editor, or other person who works for a newspaper … Useful english dictionary
per — per·acetic; per·acid; per·act; per·acute; per·alkaline; per·aluminous; per·am·bu·lant; per·am·bu·late; per·am·bu·la·tion; per·am·bu·la·tor; per·am·bu·la·to·ry; per·a·na·kan; per·bend; per·borate; per·bromide; Per·bu·nan; per·ca; per·cale;… … English syllables
man — man·dae·an·ism; man·da·ic; man·da·la; man·da·ment; man·dan; man·dant; man·da·pa; man·dar; man·da·rin·ate; man·da·rin·ism; man·da·tary; man·da·tee; man·da·tor; man·da·to·ri·ly; man·da·tum; man·da·ya; man·de; man·de·ism; man·del·ate; man·del·ic;… … English syllables
Man v. Food — Genre Food Reality Presented by Adam Richman Country of origin … Wikipedia
man|stop|per — «MAN STOP uhr», noun. a manstopping bullet … Useful english dictionary
man-hour — man hours also man hour N COUNT: usu pl A man hour is the average amount of work that one person can do in an hour. Man hours are used to estimate how long jobs take, or how many people are needed to do a job in a particular time. The restoration … English dictionary
news·pa·per·man — /ˈnuːzˌpeıpɚˌmæn, Brit ˈnjuːzˌpeıpəˌmæn/ noun, pl men / ˌmɛn/ [count] : a person (usually a man) who works as a reporter for a newspaper … Useful english dictionary
su·per·man — /ˈsuːpɚˌmæn/ noun, pl men / ˌmɛn/ [count] : a man who is very strong, successful, etc. compare ↑superwoman … Useful english dictionary